Rangen Nederlandse Leger 1939 -1940

Het stelsel van rangen en standen dat gedurende de mobilisatie en de meidagen gold was ongewijzigd sinds 1912, hoewel in de basis ook nauwelijks gewijzigd sinds 1866 toen de laatste belangrijke veranderingen in de insignes waren toegevoegd. De belangrijkste wijzigingen in 1912 waren geweest dat de breedte van de chevrons voor de onderofficieren en korporaals was gehalveerd (van 20 mm naar 10 mm voor de enkele chevron). In 1916 kwam de laatste uiterlijke verandering. Er werd bepaald dat zilver en goud in de sterren en plaatjes (knoppen) vervangen werden door dof wit metaal en brons. De rang van vaandeldrager (hoogste adjudantenrang, twee ronde plaatjes) verviel in 1923.

De chevrons met galon (de bekende omgekeerde V) werden onderop de mouw van gevechtsjas gestikt tegen de gestikte zoom aan die op de ondermouw zat. De rang werd niet op de kraag uitgedragen, zoals dit wel bij AOO en officieren het geval was. Op de buitenjas en het gala uniform werd de rang wel op de kraag uitgedragen. De witte (of zilveren) chevrons werden alleen gedragen door korporaals of onderofficieren van de militaire administratie, cavalerie, politietroepen en Marechaussee.

De rangen en rangtekens zoals die in 1939-1940 golden worden hieronder in tekst en afbeelding (naar voorbeeld van M. Talens) weergegeven.

Capture SoldaatSoldaat :  De soldaat had geen enkel insigne op de mouw of kraag omdat deze evident in de nulrang geen stand of rang had uit te dragen. De soldaat 1e klas bestond anno mei 1940 niet, omdat deze rang alleen aan vrijwilligers was toe te kennen en vrijwillige soldaten waren in mei 1940 niet in actieve dienst. De stand van (vrijwillig) soldaat der 1e klasse werd daarom niet actief gevoerd.

 

 

Capture KorporaalKorporaal :  De korporaal had een chevron van geel kemelsgaren of wit katoen, het galon 20 mm breed (gelijk dubbele sergeantgalon).Op de overjas werd de galon op de kraag aangebracht als een lis van dezelfde stoffen als hiervoor genoemd. Een korporaal in vrijwillige dienst (capitulant of beroeps), kon op de kraag van het veldtenue een radicaal (knop) van geel of wit metaal dragen, wat betekende dat hij in aanmerking kwam voor de eerstvolgende rang. De korporaal-fourier had een chevron met galon op zowel de onder als de bovenmouw.

 

Capture SergeantSergeant : De sergeant droeg een chevron van goud- of zilverkleur, het galon 10 mm breed. Op de overjas werd de galon op de kraag aangebracht als een lis van dezelfde stoffen als hiervoor genoemd. Een sergeant in vrijwillige dienst (capitulant of beroeps), kon op de kraag van het veldtenue een radicaal (knop) van geel of wit metaal dragen, wat betekende dat hij in aanmerking kwam voor de eerstvolgende rang. De sergeant-fourier had een chevron met galon op zowel de onder als de bovenmouw.

 

Capture Sergeant 1Sergeant der 1e klasse :
De sergeant der 1e klasse droeg een chevron van goud- of zilverkleur, het galon 10 mm breed. Naast (boven) de chevron was een tres van 2,5 mm breed aangebracht met een krul aan de bovenzijde. Op de overjas werd de galon met tres op de kraag aangebracht. Een sergeant der 1e klasse in vrijwillige dienst, kon op de kraag van het veldtenue een radicaal (knop) van geel of wit metaal dragen, wat betekende dat hij in aanmerking kwam voor de eerstvolgende rang. De rang van sergeant der 1e klasse kwam weinig voor.

 

Capture Sergeant MajoorSergeant-majoor : De sergeant-majoor had een chevron van goud- of zilverkleur gelijk aan twee galons van de sergeant naast elkaar geplaatst. De beide galons waren elk 10 mm breed. Op de overjas werden de galons op de kraag aangebracht als een lis van dezelfde stoffen. De rang van sergeant-majoor kwam slechts voor bij beroepsmilitairen en geheractiveerde onderofficieren. De rang van sergeant-majoor werd altijd gevolgd door een functie. Sergeant-majoor-instructeur [SMI], sergeant-majoor-timmerman [SMT], etc.

 

Adjudant OnderofficierCapture AOO: De adjudant onderofficier [AOO] en de aspirant officier had een gebold rond metaalkleurig plaatje [knop] op de kraag. De AOO was altijd een beroepsmilitair. De AOO werd altijd als instructeur aangemerkt, zodat de verkorte notering meestal AOOI werd. Het enige onderscheid tussen de vaandrig was dat de vaandrig gewoonlijk een gele en de kornet een metalen knopje had. Het mag bekend zijn dat de kornet een aspirant officier bij de artillerie of cavalerie was, de vaandrig aspirant officier bij de overige dienstvakken c.q. wapens.

 

Tweede luitenant : Capture Luitenant De tweede luitenant (of 2e luitenant) had een dof wit metalen of dof bronzen ster op de kraag (beide zijden).Op de overkleding of net uniform was de ster geborduurd zilver of goudkleurig.

 

 

 

Capture Luitenant 1

Eerste Luitenant : De eerste luitenant (of 1e luitenant) had twee dof wit metalen of dof bronzen sterren op de kraag (beide zijden). Op de overkleding of net uniform waren deze sterren geborduurd zilver of goudkleurig. De luitenant-adjudant had twee sterren van verschillende kleur (metaal en brons). Daarbij was de onderste ster (vanaf de kraag onderrand) in de dezelfde kleur (metaal of brons) van de kleur van het dienstvak of wapen waartoe de luitenant behoorde.

 

 

Capture KapiteinKapitein / Ritmeester :  De kapitein (of ritmeester) had drie dof wit metalen of dof bronzen sterren op de kraag die in een driehoekspatroon waren geplaatst. Op de overkleding of net uniform waren deze sterren geborduurd zilver of goudkleurig. De kapitein-adjudant had twee sterren van dezelfde kleur (metaal of brons) en één van afwijkende kleur van de andere twee (metaal of brons). Daarbij was de voorste ster (in de hoek van de kraagrand) in de dezelfde kleur (metaal of brons) van de kleur van het dienstvak of wapen waartoe de luitenant behoorde.

 

Capture MajoorMajoor : De majoor had één ster van dof wit metaal of van brons, waarachter een gelijkkleurige balk. Op de overjas een geborduurde zilver- of goudkleurige ster waarboven een gelijkkleurige bies.

 

 

 

Capture Lt KolonelLuitenant-kolonel :  De luitenant-kolonel (overste) had twee sterren van dof wit metaal of van brons, waarachter een gelijkkleurige balk. Op de overjas twee geborduurde zilver- of goudkleurige sterren waarboven een gelijkkleurige bies.

 

 

 

Capture KolonelKolonel : De kolonel had drie sterren van dof wit metaal of van brons, waarachter een gelijkkleurige balk.Op de overjas drie geborduurde zilver- of goudkleurige sterren waarboven een gelijkkleurige bies.

 

 

 

Capture Generaal MajoorGeneraal-majoor : De generaal-majoor, de laagste generaalsrang, had vier sterren waarvan de twee voorste van goud, de achterste twee van zilver. Bovendien een boven- en voorkant van de kraag een geborduurde geschulpte rand. Op de overkleding vier geborduurde sterren waarboven een dubbele bies van gouddraad met geschulpte rand en bovendien op elke ondermouw en schouderbedekking twee zilveren sterren.

 

Capture Luitenant GeneraalLuitenant-generaal : De luitenant-generaal had vier zilveren sterren van zilver. Bovendien een boven- en voorkant van de kraag een geborduurde geschulpte rand. Op de overkleding vier geborduurde sterren waarboven een dubbele bies van gouddraad met geschulpte rand en bovendien op elke ondermouw en schouderbedekking 3 zilveren sterren.

 

 

 

Capture GeneraalGeneraal : De generaal (opperbevelhebber) had vier zilveren sterren van zilver met daarachter twee gekruiste maarschalkstaven, stokken van zilver en knoppen van goud met vijf gouden leeuwen erin geborduurd. Bovendien een boven- en voorkant van de kraag een geborduurde geschulpte rand. Op de overkleding vier geborduurde sterren waarboven de gekruiste maarschalkstaven van gouddraad en bovendien op elke ondermouw en schouderbedekking vier zilveren sterren. De rang van generaal werd alleen gevoerd in tijden dat een opperbevelhebber werd aangesteld.

 

Bron : http://www.grebbeberg.nl/index.php?page=rangen-en-standen